In de tweede helft van 1985 nam de brandweer van Rotterdam Airport twee bijzondere crashtenders in gebruik. De nieuwe DAF-brandweerauto’s waren de opvolgers van de zeer verouderde Perlini B503/Kronenburg crashtenders uit 1973.
De keuze voor het DAF-chassis als basis voor de crashtender opbouw van Doeschot-Rosenbauer was opmerkelijk. Veelal wordt er op luchthavens een ‘standaard’ crashtender gebruikt, gebaseerd op een speciaal chassis. Beide Perlini’s zijn hier een mooi voorbeeld van.
In 1983 werden op het uitgestrekte terrein van de Rotterdamse luchthaven proefritten gemaakt de DAF 3300 rally-truck van Jan de Rooy. De bevinden naar aanleiding van de testen waren positief, maar toch bleken nog aanpassingen aan de banden nodig te zijn.
In tegenstelling tot de rally-truck met 420 pk kregen de crashtenders de beschikking over de normale 330 pk sterke DAF DKX zes-cilinder-in-lijn dieselmotor gekoppeld aan een automatische versnellingsbak van Allison. Beide chassis werden bij de Rotterdamse vestiging van DAF opgebouwd uit bestaande DAF-componenten. Beide trucks kregen de typeaanduiding DAF FFV3300DKX390.
De brandweeropbouw werd verzorgd door Doeschot-Rosenbauer in Hippolytushoef. De voertuigen kregen een watertank van 4500 liter en een tank met schuimvormend middel van 300 liter. Op lage druk leverde de Rosenbauer pomp een capaciteit van 4500 liter per minuut. De pomp werd aangedreven door een seperate DAF DT615 dieselmotor. Het afstandsbediende en op het cabine dak gemonteerde schuimkanon leverde 2400 liter per minuut op maximaal 55 meter.
Beide DAF-crashtenders werden in 2005 afgevoerd. De C1 vertrok naar Timisoara Airport in Roemenië en de C2 werd verscheept naar Luchthaven Zorg en Hoop in Suriname.
Tekst en foto’s Jaco Terlouw.
Staat me iets van bij dat deze DAF,s een dubbel chassis hadden vanwege de hoogte.